Inge Viett was in de jaren zeventig lid van de terreurgroep “Bewegung Zweiter Juni” en later de RAF (Rote Armee Fraktion) . Toen leden van het Palestina Komitee in Jemen een opleiding tot terrorist volgden, was zij in de buurt. In de jaren tachtig dook ze in de DDR onder en leefde onder een valse naam. Na de val van de muur werd ze veroordeeld. Ze bleef haar idealen tot haar dood trouw en toonde geen berouw voor de vele slachtoffers van de Duitse terreur.
Inge Viett woonde kort na de Tweede wereldoorlog, samen met de moeder en een zusje, in een hut met slechts drie wanden, in de deelstaat Sleeswijk Holstein. Nadat ze door jeugdzorg was meegenomen, werd ze door een pleegmoeder in de rookkamer (waar het vlees werd gerookt) vastgehouden. In die periode werd ze mishandeld en door een plaatselijke boer verkracht. Tijdens haar schooltijd werd ze door een vrouwelijke voogd tot sex gedwongen. Een zelfmoordpoging mislukte.
Na het bereiken van de volwassenheid, werkte ze als dienstmeisje, barmeisje, stripteasedanseres en reisleidster. Ondanks haar moeilijke jeugd, was ze in staat voor zichzelf te zorgen, een auto te kopen en een bescheiden bestaan op te bouwen. Het burgerlijke leven kon haar echter niet bekoren.
Haar houding verandert als ze in 1968 naar West-Berlijn gaat en daar een in een vrouwenwoongroep gaat wonen. Haar lesbische geaardheid komt hier geheel tot bloei. Samen met de terroriste Verena Becker, die acht jaar jonger is, vormt ze een liefdevol stel. Ze willen protesteren tegen de onderdrukking van vrouwen en in het bijzonder instellingen aanvallen waarin deze houding tot uiting komt. Later heeft Inge Viett in een trainingskamp in Jemen een relatie met een man.
Ze steken bruidskledingwinkels en sekswinkels in brand met molotovcocktails. “We sluipen in het donker door de stad”, schrijft ze later in haar memoires, “en beplakken het met mysterieuze stickers: ‘The Black Bride komt eraan’. ’s Ochtends worden de etalages van de bruids- en pornowinkels verwoest. De burgers schudden hun hoofd. Zulke mooie trouwjurken! We bestormen de ‘beauty contests’ in de warenhuizen. […] We houden revolutionaire toespraken over seksuele uitbuiting en devaluatie van vrouwen en zijn weer vertrokken voordat de politie arriveert.”
Daarna wordt ze, samen met Becker toegelaten tot de “Beweging van 2 Juni” via “Bommi” Baumann. Dit is het begin. Zoals bekend, is de eerste actie van de Bewegung Zweiter Juni tegen een Berlijnse synagoge gericht.
Wat volgt is betrokkenheid bij een amateuristische bomaanslag die leidt tot de tragische dood van een botenbouwer, een bankoverval, een wapenhandel en herhaalde pogingen om bomaanslagen uit te voeren. Ze zit gevangen en toont grote vaardigheid in het keer op keer loskomen. Inge Viett ontwikkelt zich tot een bepalende figuur van de “Bewegung Zweiter Juni”, die in de jaren zeventig concurreert met de RAF.
Na deel te hebben genomen aan de ontvoering van CDU-politicus Peter Lorenz, in 1975, pendelt ze heen en weer tussen West-Berlijn en het Midden-Oosten, waar ze militaire training krijgt van de Palestijnen. Soms verschijnt ze met de PFLP in Bagdad, soms met de Palmers-ontvoering in Wenen, dan in Bulgarije, in Praag en in Aden in het zuiden van Jemen.
Maar terwijl de “Bewegung Zweiter Juni”, die bijzonder nauw verbonden is met de subcultuur, wordt ontbonden in 1980, sluiten sommigen zoals Viett zich aan bij de RAF om hun strijd voort te zetten. Deze stap wordt begrepen en bekritiseerd door andere leden van de “Beweging 2 Juni”, van wie de meesten gevangen zitten, omdat ze hun strijd hebben opgegeven.
Op dat moment bepaalt Viett het verdere leven van haar mede-terroristen, die in Parijs ondergedoken zitten. Omdat sommigen weg willen bij de RAF, herinnert ze zich de contacten die ze in 1978 had gelegd met Stasi-majoor Harry Dahl, hoofd van afdeling XXII voor terrorismebestrijding. Men is het erover eens dat drop-outs van de RAF in de DDR onder valse identiteiten kunnen leven. Acht RAF-leden reizen via Praag naar de DDR om daar onder bescherming van de Stasi een nieuw, niet-politiek bestaan op te bouwen.
In augustus 1981 wordt Viett aangehouden door de politie in Parijs. Omdat ze op haar Suzuki rijdt zonder helm. Ze probeert te ontsnappen. Ze schiet de nietsvermoedende achtervolger, een verkeersagent, van korte afstand neer. Het resultaat is een dwarslaesie die zijn leven verwoest. Hij sterft in 2000 op 54-jarige leeftijd zonder enig teken van medelijden of spijt van Viett.
Viett weet weer te ontsnappen. Maar ze is zo ontmoedigd dat ook zij een uitweg zoekt uit de desolate situatie van de RAF. En zo komt het dat ze nu zelf uitstapt en in een “Forsthaus an der Spree” belandt in de buurt van Briesen (DDR) .
Destijds was “Object 74” een Stasi-filiaal waar Viett werd voorbereid op zijn nieuwe bestaan. Het doel was uiteindelijk om te voorkomen dat de DDR-bevolking het idee zou krijgen dat de SED onder één hoedje speelde met de RAF.
Maar dit gevaar is niet vergezocht. Als Viett in Dresden een opleiding tot reprofotograaf volgt, onder de alias “Eva-Maria Sommer”, realiseert één van haar collega’s zich, dat Viett op een ‘gezocht poster’ in de Bondsrepubliek staat. Nu gaat het alarm af.
Viett moet haar identiteit weer veranderen en organiseert nu kindervakantiekampen in Magdeburg als “Eva Schnell”. Zoals het een dictatuur betaamt, wordt ze de klok rond gevolgd door de geheime dienst, net als alle andere RAF-terroristen. Door hun woonruimte af te luisteren en telefoontjes af te tappen.
Pas als de DDR na de val van de Muur op 9 november 1989 niet meer te redden is, realiseren de ex-terroristen die onderdak hebben gevonden onder het staatssocialisme zich, dat er onder deze omstandigheden geen toekomst voor hen zou zijn. In juni 1990 – er waren nog vier maanden tot de Duitse eenwording – worden de ondergedoken RAF-leden de één na de ander gearresteerd, uitgeleverd en berecht.
In 1992 wordt Viett door de Hogere Regionale Rechtbank van Koblenz veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf voor de schoten op de politieagent in Parijs, waarvan ze zeven jaar uitzit.
Wat haar zaak onderscheidt van vele anderen, zijn twee met elkaar samenhangende motieven. Enerzijds blijft ze het RAF-terrorisme bij een groot aantal verschillende gelegenheden fanatiek verdedigen, als een guerrillastrijd gericht tegen het imperialisme en het kapitalisme. En aan de andere kant steunt ze de DDR, die op het punt stond in te storten. De ideologie van het marxistisch-leninisme, zoals door PFLP en RAF beleden, vormt in haar leven een eenheid met het revolutionair handelen. In juni 1990 schrijft Inge Viett, dat de jaren van antifascisme, solidariteit, vriendschap tussen naties en solidariteit, de belangrijkste jaren van haar leven waren.
Tragisch, dat de strijd om een uitweg uit de doffe ellende van haar jeugd te vinden, een uitweg in de gewapende strijd en de DDR-dictatuur vond. Ze stierf op 9 mei op 78-jarige leeftijd.