Op 16 december 2022 stierf de oprichter van de Communistische Partij Filipijnen (CPP), José Maria Sison, op drieëntachtig jarige leeftijd, na een jarenlang asiel in Nederland, in een Utrechts ziekenhuis. Sison was tevens oprichter van de terreurorganisatie New People’s Army (NPA), dat op zijn hoogtepunt 26.000 strijders in de Filipijnse jungle onder de wapenen had. In 1977 werd Sison opgesloten en kwam in 1987, na zijn vrijlating naar Nederland.
In Nederland werd de strijd op afstand verder gevoerd. Zo werden in 1990 in Zurich nog anderhalf miljoen valse dollarbiljetten in beslag genomen, die mogelijk van José Maria Sison afkomstig waren en bedoeld voor het Filipijnse jungle-leger. De overige tijd van 1990 tot de huidige dag werd gebruikt voor het bestrijden van tegenstanders en het in hoger beroep gaan om een verblijfstatus te bemachtigen. Sison werd in 2008 nog van zijn bed gelicht na de verdenking dat hij opdracht tot drie moorden zou hebben gegeven. Daarvoor bleek te weinig bewijs. Sison noemde zich bij die gelegenheid ’een denker, geen vechter.’
Een opmerkelijk dieptepunt in de relatie met de Nederlandse staat ondervond Sison op dinsdag 13 augustus 2002, toen van de ene op de andere dag zijn bankrekeningen werden geblokkeerd. Hij bleek op de terreurlijst te staan en dat betekent: geen bankverkeer, geen betaalpasjes, geen verzekeringen, geen reispapieren. ,,Van de ene op de andere dag was ik blut, dakloos en mijn bewegingsvrijheid kwijt”, vertelde Sison destijds aan het NRC.
De velen vragen zich af wat de Filipijnse strijd, behalve de opmerkelijke overéénkomstige klank, nou met Palestijnse strijd te maken heeft. Bij vele manifestaties van PFLP mantelorganisatie Samidoun zien we zowel Arabieren, Nederlanders als ook Filipijnen. De voormalige strijder van de “Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina”, Thomas van Beersum, was half Filipijns. Zijn vriend Said R. had destijds in 2014 een Filipijnse vriendin.
Een andere overéénkomst is de financiering van de gewapende strijd door activisten in ballingschap. Zo werd tegelijkertijd met José Maria Sison, ook de Palestijnse stichting Al Aqsa in 2003 op de terreurlijst gezet en kon in Nederland lange tijd niet opereren. Hamas-fondsenwerver Amin Abou Rashed moest schielijk een andere stichting oprichten en zet zijn financiële activiteiten nog steeds voort. Daarbij worden humanitaire doelen mogelijk gemengd met andere financiering. Vermoedelijk worden Filipijnse- en Arabische ballingen in Nederland gedwongen een deel van hun geld af te staan.
Samidoun-International bestuurslid Thomas Hofland was uit zijn Amstelveense studentenflat nedergedaald om met gebalde vuist afscheid van de Filipijnse communistenleider Sison te nemen. Ook overige leden van Samidoun waren aanwezig. Mohammed Khatib, de Europese leider van Samidoun, hield een toespraak. Zelfs SRP-veteraan Thomas van Beersum, die tegenwoordig in de Kwantum-reclame met kerstbomen acteert, bewees de oude strijder de laatste eer.
De marxistisch-leninistische praktijk van Samidoun lijkt de laatste tijd op een doden-cultus. Vorig jaar waren de leden al helemaal naar Libanon afgereisd om de vijftig jaar geleden uit zijn auto geblazen PFLP-terrorist Ghassan Kanafani te herdenken en verder houden ze zich vooral bezig met de doden die in Israël en de bezette gebieden vallen. Van een echte gewapende strijd komt het God zij dank tot nog toe in West-Europa niet.
Als zelfs de Noord-Korea-adept Dermot Hudson in zijn lijfblad Morning Star een lans voor de oude gevelde reus breekt, dan mogen we met recht uitroepen:”Met deze vrienden heeft José Maria Sison geen vijanden meer nodig!!”