Nu wil je natuurlijk graag van mij weten: “Ken je zelf Egyptische moslimbroeders?” Met andere woorden: Kan je erover oordelen? Want het is net als bij Zuid-Afrika destijds: Je kan er alleen maar over oordelen als je er zelf geweest bent.
Nou, eentje dan. Op een mooie lentedag in 1990 reed ik in mijn auto vanuit de Noord-Duitse stad Sulingen terug naar ons dorp, enkele kilometers verderop. Opeens zag ik een man met licht getinte huidskleur langs de kant van de weg staan. Liften. Nou ja wat doe je dan? Je neemt die man mee. In die periode kwamen er veel asielzoekers naar Duitsland en die werden naar een oud distributiesysteem, dat stamt uit de tijd van de Vertreibung na WOII, over de verschillende dorpen verdeeld. Het was in die tijd normaal dat bijvoorbeeld een Libanees gezin met zes kinderen midden in de weilanden in een oude vervallen boerderij leefde. Dus het was geen raar gezicht om deze man aan de kant van de weg te zien liften.
In die tijd was mijn vrouw een sociale advocaat en verdedigde enkele Ethiopische asielzoekers in hun pogingen een verblijfsvergunning te bemachtigen. Meestal kregen ze die niet, maar het in hoger beroep gaan duurde zo lang, dat ze vele kostbare jaren van hun leven weggooiden op het Noord-Duitse platteland. Ik had een intensief contact met die asielzoekers en wilde alles weten over hun verzetsstrijd, maar ik ben er in die periode nooit één tegen gekomen die ook maar één opstandig pamflet geschreven had, of kon schrijven. Laat staan de wapens opnemen tegen een hele of vermeende dictator. Gelukszoekers. Of mag ik dat niet zeggen?
De Egyptische Asylant bleek goed Engels te kunnen spreken en vertelde mij in die korte rit naar ons dorp waar hij vandaan kwam, Egypte dus, waarom hij was gevlucht en wat zijn geloof was. Het bleek een Egyptische moslimbroeder te zijn. En of ik misschien een kopje thee lustte? Nou, dat wilde ik wel en toen bleek dat die man dus gewoon 100 meter van ons huis verwijderd op een bovenkamertje gehuisvest was. Nooit eerder gezien. Dus ik theedrinken met de Egyptische moslimbroeder.
Afgezien van de vriendelijkheid en goede verstaanbaarheid schrok ik toch een beetje van de opvattingen van de man. Hij was voor de doodstraf en hij was er van overtuigd dat de Duitsers uiteindelijk de islam als religie zouden aannemen. Ook al was ik toen nog gewoon links en vol optimistische positieve energie, vond ik dat toch wel wat te ver gaan. Maar ja, zo ver was het nog lang niet. Voorlopig was hij een asielzoeker en had ik een verblijfsvergunning.
Dit speelde zich allemaal 11 jaar vóór 11 september af, dus een directe dreiging ging er niet van de Egyptische moslimbroeder uit, maar later dacht ik er wel eens over na. Het is toch vreemd. Amerika houdt daar in Egypte een dictatuur in stand en die moslimbroeders komen als vluchteling hierheen en gaan op hun beurt weer een bedreiging voor de Westerse democratie vormen. Laat ze maar lekker daar blijven. Daarom hoop ik ook van harte dat er nu eindelijk eens in Egypte vrije verkiezingen gehouden worden, zodat dit soort mensen, hoe lekker ze ook kunnen theedrinken, weer terug kunnen naar hun eigen land.