Sinds 7 oktober 2024 kwam een golf van antisemitisme over Nederland, die zijn weerga niet kent en die ik ook nog niet eerder heb meegemaakt. De media, NPO, Volkskrant, NRC, Trouw, Najib Amhali en Vandaag Inside, noem het maar op, laten allemaal anti-Israëlische activisten aan het woord, vaak ook nog met een zweem van wetenschappelijke onafhankelijkheid. Het is niet bij te houden en het heeft al geen zin meer op alle slakken zout te leggen. Gelukkig benoemt Carel Brendel op Twitter wel veel misstanden. Voor gedegen nieuws zijn we verder aangewezen op Geenstijl, NIW en Telegraaf. Er zit niets anders op. Toch wil ik in dit blog analyseren hoe het frame veranderd is en hoe sterk de anti-Israël-krachten in Nederland nu eigenlijk werkelijk zijn.
Instituties
De ontwikkeling van krachten tegen Israël is in feite reeds in 1969 begonnen, met het organiseren van werkgroepen op de universiteit. De basis van het Palestina Komitee is in feite de sociale wetenschap. Vooral Paul Aarts en Kees Wagtendonk hebben daarbij een belangrijke rol gespeeld. Het heeft even geduurd en dan heb je ook wat. Vijfenvijftig jaar later staat deze advertentie voor een PhD-vacature op de website van de Universiteit Maastricht.
De transformatie van objectieve wetenschap naar gepolariseerde propaganda heeft zich in die halve eeuw volledig voltrokken. Met die transformatie is het gehele middenveld, dat zijn bibliotheken, sociale academies, scholen voor journalistiek, redacties en veel kerken, verschoven naar een gepolariseerd anti-Israël-standpunt. Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat.
Het absolute dieptepunt in de sociaal-wetenschappelijk strijd tegen Israël was toch wel het NRC-artikel van universitair hoofddocent Sociale en Politieke Filosofie aan de Universiteit van Amsterdam, Yolande Jansen, op 11 april 2024. Natuurlijk plaatst NRC geen weerwoord. Natuurlijk vermeldt NRC niet dat Yolande ook anti-Israël-activiste is. Niemand verbaast zich daar nog over. Het is opvallend dat de “hoofddocente” het kwaad van antisemitisme in de anti-racisme strijd van de jaren tachtig positioneert. Alsof antisemitisme een soort van racisme is, dat je in één moeite door even op dezelfde manier kan bestrijden. Eigenlijk zegt ze:” Wij bepalen wel of jullie Joden erbij horen of niet. Alleen als je je tegen Israël uitspreekt mag je met onze racisme-strijd meedoen.” Zelfs Hanneke Groenteman distantieert zich hiervan en dan noem je echt een héle grote.
In één moeite door verdraait Yolande Jansen even de IHRA-definitie van antisemitisme tot de volgende eenvoudige zin: “Kritiek op de staat Israël valt er ook onder”. Ze begrijpt het niet en wil het niet begrijpen. Ze richt zich, net als de virulente Twitter-antisemieten Adrie Nieuwhof en Jan Tervoort, tegen de Nationaal Coördinator Antisemitisme bestrijding, Eddo Verdoner. Dan ben je kwaadaardig, maar deze mening wordt ongefilterd op de onschuldige NRC-lezer losgelaten.
De zittende macht
In tegenstelling tot de verontrustende tekst over media en het middenveld van de samenleving, zoals hierboven beschreven, heeft deze negatieve anti-Israël-trend geen invloed op de regering, het ambtelijke apparaat, een groot deel van het parlement en de directie van universiteiten. Dat staat ook in de onderzoeksomschrijving van de PhD-vacature. “..in strong contrast to institutional and political positions taken by universities, governments and most public bodies.” De vraag is: Hoe kan dat nou?
Ik heb het met eigen ogen mogen zien: Een maand voordat Frans Timmermans Minister van Buitenlandse Zaken werd (5 november 2012) , verkondigde hij in de CREA te Amsterdam nog de meest krankzinnige theorieën over Palestijnen en Israël. Hij vergeleek de Palestijnen met Wolga-Duitsers. Na zijn benoeming draaide hij als een blad om de boom. Hij was opeens pro-Israël. Het Buitenlandse beleid in Nederland is gebonden aan de Europese Unie en de Verenigde Staten. Daar kan zelfs Fransje niks aan veranderen.
Verbieden of laten gaan?
Ik bestudeer al ruim twee jaar de PFLP-mantelorganisatie Samidoun in Nederland en de enige twee media die daar in geïnteresseerd zijn, zijn Geenstijl en de Telegraaf. Toch ontstond er nog een meningsverschil, omdat ik weet dat de hele Samidoun Nederland uit vier studenten en een paardekop bestaat, terwijl de Telegraaf graag oproept tot verbieden van deze terreurorganisatie. Volgens mij zou je ze daar een heel groot plezier mee doen. Dan worden ze net zo belangrijk als ze zelf graag willen zijn. Nu het antisemitisme op straat echter de pan uitrijst en tot gevaarlijke verstoringen van bijeenkomsten gaat leiden, wil ik graag mijn eigen ongelijk erkennen.
Een stok om de hond mee te slaan
Onderstaande foto met bijbehorende tekst, markeert een kentering in het antisemitisme en WOII-debat.
Jodenhaat marcheert weer door de Amsterdamse straten. Mede mogelijk gemaakt door de club van @F_Timmermans. pic.twitter.com/d81jUWh2WD
— Gerard de Boer ⚓🚢 (@Gerard1945X) March 11, 2024
Tot aan twee weken geleden had “links” de overhand in het maatschappelijke debat. Wie een andere mening vertegenwoordigde, kreeg termen uit de Tweede Wereld-Oorlog naar zich toe geslingerd. Denk aan Marcel van Dam tegen Pim Fortuyn :”U bent een minderwaardig mens”. Of denk aan Paul Rosenmöller en Thom de Graaf met uitspraken tegen Pim Fortuyn. De laatste haalde het Dagboek van Anne Frank erbij.
Dat is nu omgeslagen, zoals je in de tweet hierboven ziet. Femke Halsema en Frans Timmermans krijgen nu het antisemitisme verwijt naar zich toegegooid, geïllustreerd met een foto van een zoon en achterkleindochter van een Holocaust-slachtoffer, die langs een woedende menigte moeten kopen om naar de opening van het Holocaust-museum te kunnen lopen.
Het Genocide Frame
De Arabische strijd tegen Israël heeft sinds 1967 vele frames geproduceerd. “Zionisme is racisme”; Zionisme is Apartheid”; “Zionisme is Settler-Colonialism” en nu “Zionisme is genocide”. Het is voor de ondersteuners van Israël van belang te begrijpen, waarom in welke tijd, welke frames van pas komen en dat het niet altijd zin heeft erop te reageren. De frames zijn vaak een wapen in een cognitieve oorlog tegen Israël. Het is dus van belang jezelf te zien als soldaat in die cognitieve oorlog. De Arabieren parasiteren in deze oorlog op de strijd die andere prachtvolkeren reeds gestreden hebben. Apartheid is nu in de Verenigde Naties veroordeeld en daarom proberen de Arabieren hun Palestijnse strijd ook als zodanig te framen. In plaats van de zeggen of schrijven dat het helemaal geen genocide is, is het belangrijker eigen frames te produceren. Het antisemitisme frame is een hele sterke, maar ook: Hamas-meisje, Hamasknuffelaar, Iran-vriend, Hezbollah-reiziger etc. De tegenstander is dan gedwongen om zich van deze gewelddadige groepen en regimes te distantiëren.
Conclusie
Ondanks de heftige golf van antisemitisme en XR-activisme die nu over ons wordt uitgestort, ook al ziet het er slecht uit, qua militaire-en cognitieve verdediging, ben ik op de lange duur toch optimistisch. Deze oorlog zou het einde van Hamas kunnen worden. Dan is er helemaal geen instantie meer over om miljoenen Euro’s naartoe te sluizen. De steun vanuit Europa, UK en de VS is nog steeds intact. Tachtig procent van de Nederlandse bevolking kan het hele MO-conflict nog steeds niks schelen.