De jongens en meisjes van de Samidoun demonstreren, op zondag 10 juli 2022, gewoon open en bloot in Amsterdam-West, alsof er niets aan de hand is! Naar eigen zeggen wordt de locatie, op Plein ’40-’45, uitgekozen, omdat “de hele buurt Palestina steunt”. Alsof de Amsterdammers geen andere zorgen aan hun hoofd hebben!
Op het gevaar af nu reclame voor een PFLP-mantelorganisatie te gaan maken, wil ik enkele kanttekeningen bij de festiviteiten rondom de dood van PFLP-woordvoerder Kanafani, vijftig jaar geleden zetten.
Visitekaartje Op 8 juli 1972 zou Ghassan Kanafani door “een autobom van de Mossad” zijn omgebracht. Zoals bekend, laat de Israëlische geheime dienst geen visitekaartjes achter, na een eliminatie. Daarom weten we tot op de dag van vandaag niet wie of welke organisatie deze liquidatie heeft uitgevoerd. Het krankzinnige van dit geval is echter, dat er nu wél op de plaats delict een visitekaartje werd gevonden, namelijk van de Ambassade van Israël in Denemarken. ( Limburgsch dagblad;10-07-1972). Dat zou er op kunnen wijzen, dat Ghassan Kanafani het slachtoffer van een te vroeg ontplofte pakketbom is geworden. Als ik jullie er nog bij vertel, dat Anni Høver, de vrouw van Ghassan Kanafani de Deense nationaliteit bezit, wordt het nog verbazingwekkender.
PFLP In de aankondiging voor de demonstratie staat niet, dat Ghassan Kanafani de woordvoerder van de Arabische terreurorganisatie PFLP was. Samidoun demonstreert ook nu weer ter ere van een PFLP kopstuk. Reden genoeg om Samidoun een PFLP mantelorganisatie te noemen. In Duitsland wordt deze organisatie dan ook beperkingen opgelegd. De voorzitter van Samidoun, Charlotte Kates, is vanwege deze beperkingen met haar man naar Vancouver verhuisd, waar dit soort uitingen nog wel zijn toegestaan.
Vliegveld Ben Goerion De reden voor de liquidatie van Ghasan Kanafani zou de aanslag op het vliegveld Ben Goerion kort daarvoor op 30 mei 1972 kunnen zijn, waarbij 26 doden en 80 gewonden te betreuren waren. De daders behoorden tot het Japanse Rode Leger en de PFLP. De organisatoren van de demonstratie op 10 juli noemen deze aanslag niet.
Beiaardier De organisatoren van de demonstratie behoren tot een heel klein sektarisch groepje studenten op de VU campus Uilenstede. Thomas Gerhard Hofland, bestuurslid van Samidoun Internationaal, met de schuilnaam Tom de Koning, is al 30 jaar en studeert nu al acht jaar politicologie. Over zijn kompaan Jacob Bodden is echter niet veel bekend, behalve dat hij , geboren in Amersfoort, reeds op twaalf jarige leeftijd een begenadigd beiaardier was. Zijn oom is de carillonspeler van Amsterdam en dat zou verder niet interessant zijn, ware het niet dat de oom een fervent aanhanger van de Palestijnse zaak is. De twee vrienden maakten vorig jaar nog een rondreis door Libanon en bezochten daar het graf van de door hen aanbeden Ghassan Kanafani.
Michael Jacobs tegen het Openbaar Ministerie in een Artikel 12 SV klachtprocedure wegens het niet vervolgen van Thomas Hofland (Samidoun)
Op Donderdag 23 Juni om 11:05
IJdok 20 1013MM Amsterdam
In deze artikel 12 procedure probeert Michael het Openbaar Ministerie te dwingen Thomas Hofland te vervolgen, wegens aanzetten tot geweld tegen Joden.
Achtergrond Op zondag 6 juni 2021, vond er op de Dam te Amsterdam een anti-Israëlische demonstratie plaats. Tijdens de demonstratie werden vaandels van de PLO meegedragen en op één van de vaandels was zelfs het jihad-symbool met de islamitische geloofsbelijdenis afgebeeld.
Michael schrijft daarover in zijn aangifte: “Ik zag en hoorde hoe de misschien wel honderden deelnemers hun dreigende leuzen riepen, terwijl een aantal van hen een grote lap stof van ca. 20 x 5 meter, in de kleuren van het PLO-vaandel, vasthielden. Deze ‘vlag’ wed meegebracht door Amin Abou Rashed, fondsenwerver voor Hamas en één van de organisatoren van de manifestatie. De PLO is een terreurbeweging die door het ondertekenen van de zogenaamde Oslo-Akkoorden in 1993 officieel het geweld heeft afgezworen, maar die nog altijd actief terreurdaden pleegt en dee financiert, en die het geweld tegen Joden en de staat Israël in de Arabisch-talige media en in het eigen onderwijs propageert en verheerlijkt. Wie met het vaandel van de PLO zwaait, roept dus op tot volkerenmoord jegens de Joden.”
Het antwoord Het openbaar ministerie antwoord op 16 januari 2022, dat er geen strafvervolging tegen Thomas Hofland of een andere organisator van de anti-Israel-demonstratie ingesteld zal worden. De uitspraak van Thomas Hofland waarin hij zegt: “Wij zullen niet rusten totdat Palestina vrij is, van de rivier tot de zee”, is volgens de Officier van Justitie niet strafbaar. De oproepen tegen de staat Israël zijn namelijk niet gericht tegen een bevolkingsgroep wegens ras, geaardheid of afkomst. De bedreiging tegen Joden, die Michael Jacobs in deze oproepen herkend, zijn niet specifiek genoeg om tot strafvervolging over te gaan.
Artikel 12 SV beklagprocedure Michael komt aanstaande donderdag 23 juni, om 11:05 voor de rechter om zijn klaagschrift te onderbouwen, in de hoop dat Thomas Hofland alsnog door het Openbaar Ministerie aangeklaagd wordt.
Steun Michael Jacobs financiert deze Artikel 12 procedure helemaal zelf. Elke steun van sympatisanten en pro-Israël-activisten, op financieel vlak of anderszins, is welkom. Je kunt daarvoor een DM of email sturen (michael.jacobs@online.nl)
Inge Viett was in de jaren zeventig lid van de terreurgroep “Bewegung Zweiter Juni” en later de RAF (Rote Armee Fraktion) . Toen leden van het Palestina Komitee in Jemen een opleiding tot terrorist volgden, was zij in de buurt. In de jaren tachtig dook ze in de DDR onder en leefde onder een valse naam. Na de val van de muur werd ze veroordeeld. Ze bleef haar idealen tot haar dood trouw en toonde geen berouw voor de vele slachtoffers van de Duitse terreur.
Inge Viett woonde kort na de Tweede wereldoorlog, samen met de moeder en een zusje, in een hut met slechts drie wanden, in de deelstaat Sleeswijk Holstein. Nadat ze door jeugdzorg was meegenomen, werd ze door een pleegmoeder in de rookkamer (waar het vlees werd gerookt) vastgehouden. In die periode werd ze mishandeld en door een plaatselijke boer verkracht. Tijdens haar schooltijd werd ze door een vrouwelijke voogd tot sex gedwongen. Een zelfmoordpoging mislukte.
Na het bereiken van de volwassenheid, werkte ze als dienstmeisje, barmeisje, stripteasedanseres en reisleidster. Ondanks haar moeilijke jeugd, was ze in staat voor zichzelf te zorgen, een auto te kopen en een bescheiden bestaan op te bouwen. Het burgerlijke leven kon haar echter niet bekoren.
Haar houding verandert als ze in 1968 naar West-Berlijn gaat en daar een in een vrouwenwoongroep gaat wonen. Haar lesbische geaardheid komt hier geheel tot bloei. Samen met de terroriste Verena Becker, die acht jaar jonger is, vormt ze een liefdevol stel. Ze willen protesteren tegen de onderdrukking van vrouwen en in het bijzonder instellingen aanvallen waarin deze houding tot uiting komt. Later heeft Inge Viett in een trainingskamp in Jemen een relatie met een man.
Ze steken bruidskledingwinkels en sekswinkels in brand met molotovcocktails. “We sluipen in het donker door de stad”, schrijft ze later in haar memoires, “en beplakken het met mysterieuze stickers: ‘The Black Bride komt eraan’. ’s Ochtends worden de etalages van de bruids- en pornowinkels verwoest. De burgers schudden hun hoofd. Zulke mooie trouwjurken! We bestormen de ‘beauty contests’ in de warenhuizen. […] We houden revolutionaire toespraken over seksuele uitbuiting en devaluatie van vrouwen en zijn weer vertrokken voordat de politie arriveert.”
Daarna wordt ze, samen met Becker toegelaten tot de “Beweging van 2 Juni” via “Bommi” Baumann. Dit is het begin. Zoals bekend, is de eerste actie van de Bewegung Zweiter Juni tegen een Berlijnse synagoge gericht.
Wat volgt is betrokkenheid bij een amateuristische bomaanslag die leidt tot de tragische dood van een botenbouwer, een bankoverval, een wapenhandel en herhaalde pogingen om bomaanslagen uit te voeren. Ze zit gevangen en toont grote vaardigheid in het keer op keer loskomen. Inge Viett ontwikkelt zich tot een bepalende figuur van de “Bewegung Zweiter Juni”, die in de jaren zeventig concurreert met de RAF.
Na deel te hebben genomen aan de ontvoering van CDU-politicus Peter Lorenz, in 1975, pendelt ze heen en weer tussen West-Berlijn en het Midden-Oosten, waar ze militaire training krijgt van de Palestijnen. Soms verschijnt ze met de PFLP in Bagdad, soms met de Palmers-ontvoering in Wenen, dan in Bulgarije, in Praag en in Aden in het zuiden van Jemen.
Maar terwijl de “Bewegung Zweiter Juni”, die bijzonder nauw verbonden is met de subcultuur, wordt ontbonden in 1980, sluiten sommigen zoals Viett zich aan bij de RAF om hun strijd voort te zetten. Deze stap wordt begrepen en bekritiseerd door andere leden van de “Beweging 2 Juni”, van wie de meesten gevangen zitten, omdat ze hun strijd hebben opgegeven.
Op dat moment bepaalt Viett het verdere leven van haar mede-terroristen, die in Parijs ondergedoken zitten. Omdat sommigen weg willen bij de RAF, herinnert ze zich de contacten die ze in 1978 had gelegd met Stasi-majoor Harry Dahl, hoofd van afdeling XXII voor terrorismebestrijding. Men is het erover eens dat drop-outs van de RAF in de DDR onder valse identiteiten kunnen leven. Acht RAF-leden reizen via Praag naar de DDR om daar onder bescherming van de Stasi een nieuw, niet-politiek bestaan op te bouwen.
In augustus 1981 wordt Viett aangehouden door de politie in Parijs. Omdat ze op haar Suzuki rijdt zonder helm. Ze probeert te ontsnappen. Ze schiet de nietsvermoedende achtervolger, een verkeersagent, van korte afstand neer. Het resultaat is een dwarslaesie die zijn leven verwoest. Hij sterft in 2000 op 54-jarige leeftijd zonder enig teken van medelijden of spijt van Viett.
Viett weet weer te ontsnappen. Maar ze is zo ontmoedigd dat ook zij een uitweg zoekt uit de desolate situatie van de RAF. En zo komt het dat ze nu zelf uitstapt en in een “Forsthaus an der Spree” belandt in de buurt van Briesen (DDR) .
Destijds was “Object 74” een Stasi-filiaal waar Viett werd voorbereid op zijn nieuwe bestaan. Het doel was uiteindelijk om te voorkomen dat de DDR-bevolking het idee zou krijgen dat de SED onder één hoedje speelde met de RAF.
Maar dit gevaar is niet vergezocht. Als Viett in Dresden een opleiding tot reprofotograaf volgt, onder de alias “Eva-Maria Sommer”, realiseert één van haar collega’s zich, dat Viett op een ‘gezocht poster’ in de Bondsrepubliek staat. Nu gaat het alarm af.
Viett moet haar identiteit weer veranderen en organiseert nu kindervakantiekampen in Magdeburg als “Eva Schnell”. Zoals het een dictatuur betaamt, wordt ze de klok rond gevolgd door de geheime dienst, net als alle andere RAF-terroristen. Door hun woonruimte af te luisteren en telefoontjes af te tappen.
Pas als de DDR na de val van de Muur op 9 november 1989 niet meer te redden is, realiseren de ex-terroristen die onderdak hebben gevonden onder het staatssocialisme zich, dat er onder deze omstandigheden geen toekomst voor hen zou zijn. In juni 1990 – er waren nog vier maanden tot de Duitse eenwording – worden de ondergedoken RAF-leden de één na de ander gearresteerd, uitgeleverd en berecht.
In 1992 wordt Viett door de Hogere Regionale Rechtbank van Koblenz veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf voor de schoten op de politieagent in Parijs, waarvan ze zeven jaar uitzit.
Wat haar zaak onderscheidt van vele anderen, zijn twee met elkaar samenhangende motieven. Enerzijds blijft ze het RAF-terrorisme bij een groot aantal verschillende gelegenheden fanatiek verdedigen, als een guerrillastrijd gericht tegen het imperialisme en het kapitalisme. En aan de andere kant steunt ze de DDR, die op het punt stond in te storten. De ideologie van het marxistisch-leninisme, zoals door PFLP en RAF beleden, vormt in haar leven een eenheid met het revolutionair handelen. In juni 1990 schrijft Inge Viett, dat de jaren van antifascisme, solidariteit, vriendschap tussen naties en solidariteit, de belangrijkste jaren van haar leven waren.
Tragisch, dat de strijd om een uitweg uit de doffe ellende van haar jeugd te vinden, een uitweg in de gewapende strijd en de DDR-dictatuur vond. Ze stierf op 9 mei op 78-jarige leeftijd.